Poort geploeter en nog wat

Grunberg had een voetnoot in de VK waar ik lang over na moest denken. Het ging over onvoorwaardelijke liefde. Hij refereerde o.a.aan Fénelon en diens definitie van liefde (tot God) die voorbij gaat aan eigen welzijn en geluk. Zelf had ik als ervaringsdeskundige in de  geestelijke sm uiteindelijk de keuze gemaakt het hoofd te buigen. Na twintig jaar (18 jaar getrouwd) woon ik weer op mezelf. Ons huis te koop, vrienden, en -nog een paar graden erger-: kinderen door de helft, de hele mikmak. En zo duwde ik op een avond rond 23.00 uur mijn fiets door de poort die uitkomt op het ‘achterom-steegje’ van mijn nieuwe onderkomen. Vrolijk -ja, gaat wonderwel vaak samen met de nukken van het scheid- hardop uitspreken graag- proces – zette ik mijn fiets in de schuur en duwde de klink omlaag van de deur die toegang geeft tot de keuken. Ik verheugde me er al op straks Harrie Jekkers’ liedtekst  ‘ik hou alleen van mij’ uit het hoofd te leren, een fles wijn leeg te zuipen en zappend en append de nacht in te glijden. Helaas: de verhuurster was die dag met mijn medeweten in het huis geweest en had de deur van binnenuit op slot gedraaid. Geen probleem: er was ook nog een voordeur. Daarvoor moest ik opnieuw via de achterpoort. Maar ook die deur ging niet meer open, hoezeer ik mijn sleutel ook in het slot wrikte en wrong: ik zat  gevangen in het niemandsland van de achteromsteeg en de schuur- tot keukendeur. Wat te doen? Ik struinde wat rond in de steeg. Drukte achterdeurklinken van andere woningen tevergeefs omlaag. Alles zat potdicht. Ik staarde minutenlang naar het lichtschijnsel achter de gesloten ramen vol huiselijk geluk; had toch niets beters te doen. Ineens miste ik mijn ex hartstochtelijk, al was dat waarschijnlijk  meer vanwege zijn  branie en vindingrijkheid dan vanwege iets anders. Over de poort klimmen zou voor hem een fluitje van een cent zijn ondanks het prikkeldraad en de scherpe stalen punten bovenin, als hij niet allang de hele buurt op zijn geschreeuw had laten uitrukken. Zo zat ikzelf echter niet in elkaar. Ik wilde net ingaan op het verzoek van tranendal en diens compagnon mister-diep -zwart -gat- himself,  om een robbertje met ze te vechten toen er aan de andere kant een deur openging. Een hele vriendelijke buurman had toch wel wat van mijn geschuifel gehoord. Hij liet mij door zijn gang naar buiten: gered was ik van een overnachting in de steeg.

Maar het verhaal is nog niet af. De dag erna werd mijn fiets gestolen: Het slot van de poortdeur was nog kapot, dus ik reed mijn fiets door de woonkamer en zette hem buiten bij  de voordeur. Tas pakken en sleutels, een paar seconden later weer buiten … fiets weg. Natuurlijk is het niet slim om een fiets buiten niet op slot te zetten maar dit was me in de buurt waar ik met man en kinderen jarenlang woonde nooit overkomen. En daar had ik ook echt wel vaker dan eens mijn fiets buiten laten staan met de sleutelbos inclusief huissleutel eraan nog in het slot.

Dezelfde middag liep ik terug van het boodschappen doen mijn eigen fiets tegen het lijf. Het was bij de basisschool om de hoek. Hij stond daar netjes in het fietsrek op zijn eigenaar te wachten. Op slot weliswaar…Iemand; een vader of moeder die een kind ophaalde van school? Een leraar? Een fietsenverzamelaar? Iemand liep nu rond met de sleutel van mijn fiets op zak!  Ik besloot de confrontatie met zoveel slechtheid niet aan te gaan. Conflictvermijdend gedrag,  ‘choose your battles’, timemanagement?  Wie het weet mag het zeggen. Ik pakte het achterwiel op en liep zo met het stuur aan de andere hand de laatste 300 meter naar huis. Onderweg wilden enkele zeer vriendelijke mensen me helpen, maar ze vonden de fiets toch wel iets te zwaar. Binnen bleek het enige reservesleuteltje dat ik uit mijn oude huis had meegenomen, te passen in het slot. Ik kon weer fietsen. En de volgende dag was de poortdeur ook weer gemaakt. Wat een geluk. Moedig voorwaarts ploeteren!

Geplaatst in Blog